Rechtrichten, wat?
Rechtrichten is het gedoseerd (op het juiste moment, in de juiste hoeveelheid en intensiteit) aanbieden van gymnastiserende buigingsoefeningen, zodat het paard zich symmetrisch kan ontwikkelen in lijf en leden, waardoor hij sterk, buigzaam en soepel wordt en zowel fysiek als geestelijk in balans komt of blijft en klaar is voor de verzameling.
Als we het lichaam van het paard bekijken, zien we kracht en stabiliteit, klaar om op te gaan zitten en weg te rijden. Althans zo lijkt het. Maar als we het paard anatomisch beter bekijken, is hij niet gebouwd om zonder meer een gewicht op zijn rug te dragen zonder daarvan schade te ondervinden.
Als wij gaan zitten op een ongetrainde paardenrug, dan zakt de wervelkolom door het gewicht naar beneden en wordt de rug hol.
In het slechtste scenario komen de doornuitsteeksels tegen elkaar (kissing spines). Dit kan leiden tot botoplossing of juist botvorming. Hetgeen zeer pijnlijk kan zijn voor het paard.
We moeten er dus voor zorgen dat de rugspieren en de buikspieren zich correct leren aanspannen en ontspannen en niet overbelast raken door een verkeerde houding, zodat ze goed kunnen functioneren om de bewegingsimpuls over te brengen en als ondersteuning voor het extra gewicht.
Daarom zijn wij als ruiter verplicht ons paard doelgericht te trainen, zodat hij zich zo kan ontwikkelen dat hij aan onze vraag kan voldoen. Waarbij zijn lichamelijke en geestelijke welzijn de hoogste prioriteit hebben.
De hierboven genoemde onbalans tussen de boven- en de onderlijn (de rug- en buikspieren) is slechts één aspect van de in totaal acht dimensies waarin we het paard moeten rechtrichten.
A. lateraal (in de lengte);
B. diagonaal, verticaal en horizontaal;
C. de voorhand gelijkmatig ontwikkelen;
D. de achterhand gelijkmatig ontwikkelen;
E. de voorhand voor de achterhand richten;
F. de werking tussen de bovenlijn en de onderlijn in balans brengen.