Merkwaardig genoeg worden in bijna alle rijvoorschriften straffen grondiger behandeld dan de verschillende soorten van belonen.

STAP 4: BUIGING BINNENACHTERBEEN
Wanneer het paard zich ontspannen, voorwaarts-neerwaarts met correcte lengtebuiging en ondertredend achterbeen op de volte kan voortbewegen (stap 1 t/m 3), kunnen we de oefeningen schoudervoor en schouderbinnenwaarts voorzichtig gaan introduceren.

Schouder voor, de voorhand recht                Schouderbinnenwaarts op
voor de achterhand geplaatst.                     drie sporen.

Schoudervoor
De oefening schoudervoor is een voorbereiding op de oefening schouderbinnenwaarts.

Ook op de rechte lijn moet het paard leren met zijn binnenachterbeen goed te dragen. Dit doen we door vanuit een volte een rechte lijn te rijden. Door het paard hierbij licht schoudervoor te rijden, blijft het paard gesteld en gebogen en kan het binnenachterbeen naar het zwaartepunt blijven treden, waardoor het paard in balans blijft.

Het paard wordt zo geleerd in de lengte te buigen en zijn binnenachterbeen goed te plaatsen. Door het binnenbeen vervolgens gewicht over te laten nemen van de voorhand, moeten de gewrichten van het achterbeen zich meer gaan buigen, waardoor de spieren sterker worden.

Het rechtrichten door te buigen heeft grote gymnastische waarde voor het paard.

Schouderbinnenwaarts

Zodra het paard zich in stelling en buiging kan voortbewegen op de volte en de rechte lijn, kan men in schoudervoor meer lengtebuiging vragen, zodat de schouderbinnenwaarts ontstaat.

Doordat het paard gevraagd wordt zich meer te buigen in de lengte, wordt ook het binnenachterbeen gevraagd zich vermeerderd te buigen en meer gewicht over te nemen.
Door de ondersteuning en gewichtsovername door het binnenachterbeen, krijgt de buitenschouder meer vrijheid.

Schouderbinnenwaarts op drie sporen.       Schouderbinnenwaarts op                                                               de volte.
Schouderbinnenwaarts op vier sporen.

Men kan de oefening rijden op drie of vier sporen, waardoor de lengtebuiging nog groter wordt en zodoende het binnenachterbeen nog meer tot buigen en dragen gebracht wordt.
Het paard mag hierbij niet recht komen (hij verliest de lengtebuiging) en gaan wijken (hierbij treedt het binnenachterbeen voorbij het zwaartepunt). De gymnastische waarde van de oefening gaat dan verloren.

De gymnastiserende werking van de oefening schouderbinnenwaarts is enorm en wordt ook wel gezien als de hoeksteen van de rijkunst of de aspirine van de dressuur. Een middel dat alle rijkunstige problemen oplost.
Zo zorgt de volte voor de laterale lengtebuiging of de buiging in het lichaam. De schouderbinnenwaarts zorgt voor vermeerderde buiging van de ledematen.
Door de grotere belasting van het binnenachterbeen in de schouderbinnenwaarts, wordt dit been buigzamer, soepeler en sterker.

Terug naar "Rechtrichten hoe"

Heeft u vragen of interesse?

Heeft u vragen, opmerkingen of interesse? Vult u dan onderstaand formulier in en u ontvangt zo spoedig mogelijk bericht.

Naam:
Email:

NOKR