Merkwaardig genoeg worden in bijna alle rijvoorschriften straffen grondiger behandeld dan de verschillende soorten van belonen.

C. DE VOORHAND GELIJKMATIG ONTWIKKELEN

De meeste paarden zijn rechtshandig (linksgebogen). Dit houdt in dat ze met hun rechtervoorbeen sterker en handiger zijn dan met hun linkervoorbeen.

Het paard moet leren met beide voorbenen evenveel gewicht te dragen, zodat beide schouders evenveel schoudervrijheid kunnen ontwikkelen. Ook dit gebeurt via de rechtrichtende buigingsoefeningen.

 

Wat is schoudervrijheid?
Schoudervrijheid is de mate waarin de schouder met het voorbeen naar voren op de grond wordt gezet. Dit moet men niet verwarren met de mate waarin de schouder met het voorbeen naar voren in de lucht grijpt.

Het hoge opzwaaien van het voorbeen is dus niet bepalend voor de mate van schoudervrijheid, maar de mate waarin het voorbeen naar voren op de grond geplaatst wordt. Bij echte schoudervrijheid grijpt het paard richting de loodlijn vanuit de neus.

Bij de uitgestrekte draf zegt niet altijd het naar voren gestrekte voorbeen iets over de correctheid van de draf. Het op de grond staande been geeft vaak meer informatie over de correcte gewichtsverdeling en daarmee over de correctheid van het strekken of verruimen.

Bij dit paard gaat het rechtervoorbeen zover naar achteren onder het zwaartepunt dat het paard als het ware over dit been heen valt, waardoor er veel gewicht op de voorhand komt.

 

 

Op deze foto ziet u hoe dit paard de draf strekt, door voldoende draagkracht van de achterhand beweegt hij zich bergopwaarts en kan hij het voorbeen richting zijn neus plaatsen
Het rechtervoorbeen komt niet achter het zwaartepunt.

 

Terug naar "Rechtrichten wat"

Heeft u vragen of interesse?

Heeft u vragen, opmerkingen of interesse? Vult u dan onderstaand formulier in en u ontvangt zo spoedig mogelijk bericht.

Naam:
Email:

NOKR