Nieuw in archief |
Artikel overzicht
A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
30 oktober 2011
In beide piramiden is de trainingsopbouw aangegeven van het paard.
De linker piramide geeft de ontwikkelingsopbouw aan van het lichaam van het paard.
Eerst werken we aan de laterale buiging van het paard van staart tot neus/oor.
Vervolgens wordt de buiging van de ledematen hieraan toegevoegd.
Met als uiteindelijk resultaat dat het paard beide achterbenen beurtelings kan buigen en strekken.
In de rechter piramide zien we de oefeningen die ons hiervoor ter beschikking staan.
De laterale buiging kan bereikt worden door het rijden van:
De grotere buiging van de ledematen (achterbenen) kan ontwikkeld worden door het rijden van:
Uiteindelijk is het paard zo sterk en buigzaam geworden, dat hij kan piafferen en in een later stadium kan passageren.
Wanneer het paard voldoende buiging en spierkracht ontwikkeld heeft, dat hij het grootste deel van zijn gewicht met zijn achterbenen kan dragen, wordt het tijd om de Hoge School oefeningen te gaan vragen.
Hieronder worden o.a. verstaan:
Onderstaande afbeelding geeft hetzelfde aan, maar dan weergegeven als een "opleidingsladder".